Bestuurlijke hoofdlijnen
Aanpak Kaderbrief
We richten ons bij de inventarisatie van de mogelijke effecten van de coronacrisis op de belangrijkste taakvelden. Dit zijn taakvelden met een financiële omvang van ten minste € 0,5 miljoen. We rapporteren de verschillen van ten minste € 100.000.
Voor de analyses maken wij gebruik van de door het CPB in maart 2020 geschetste scenario’s van de economische impact van het coronavirus in 2020 en 2021. Van deze 4 scenario’s vinden wij naar de inzichten van dit moment het derde scenario het meest aannemelijk. De eerste twee scenario’s zijn eigenlijk door het tijdsverloop al achterhaald. Het eerste - meest gunstige - scenario ging uit van beperkende maatregelen tot 1 juni 2020. Inmiddels is duidelijk dat de beperkingen ondanks de doorgevoerde versoepelingen veel langer voortduren. Het tweede scenario ging uit van direct herstel na opheffing van de contactbeperkingen. Dat is naar de huidige inzichten een veel te optimistische veronderstelling. Inmiddels zien we wel de eerste tekenen dat samenleving en economie zich beter op de beperkende maatregelen gaan instellen. Bedrijven en huishoudens vinden waarschijnlijk sneller dan verwacht manieren om ondanks de beperkende maatregelen te produceren, te werken en te consumeren. Dat is de reden voor de keuze van het derde scenario, maar we realiseren ons dat deze keuze arbitrair is en misschien in de toekomst wel moet worden bijgesteld.
Het derde scenario gaat uit van 6 maanden beperkende maatregelen in combinatie met een grote wereldwijde recessie. Het gevolg is een forse recessie in 2020 (-7,7% krimp van bruto nationaal product) en een traag herstel in 2021 (+2% groei nationaal product) en een oplopende werkloosheid naar 8,4% in 2021.
Dit scenario is dus als uitgangspunt genomen voor de doorrekening van de effecten van de coronacrisis voor de financiële huishouding van de gemeente. De impact van het coronavirus is nog niet goed te kwantificeren. Wij hebben daarom per programma rekening gehouden met een bandbreedte van minimaal en maximaal te verwachten effecten en hebben voor de doorrekening in de budgetten het gemiddelde daarvan genomen.
In aansluiting op de inzichtelijk gemaakte mogelijke budgettaire effecten hebben we ook een analyse uitgevoerd van de belangrijkste risico’s als gevolg van de huidige crisis. Deze effecten zijn gekwantificeerd en de impact op het meerjarenperspectief en het weerstandsvermogen is berekend.
Naast risico’s worden op sommige taakvelden ook kansen onderkend. De uitwerking van die kansen valt buiten het bestek van de kaderbrief. Wij hebben een corona herstelplan in voorbereiding, waarin we deze kansen verder verkennen en zo mogelijk in herstelmaatregelen uitwerken.
Nog veel onzekerheden
De rapportage in de kaderbrief is een momentopname. Dat geldt voor zowel de lasten als de baten.
De peildatum is medio mei 2020. De effecten van de meicirculaire 2020 over de omvang en verdeling van het Gemeentefonds zijn verwerkt. De door het Rijk toegezegde extra € 0,5 miljard voor coronasteun aan de gemeenten is echter nog niet verwerkt, omdat de verdeling daarvan over de gemeenten nog niet bekend is. Wij zien overigens, net als de VNG, deze compensatie van het Rijk voor corona-kosten als een eerste stap. Met het kabinet is afgesproken dat gemeenten worden gecompenseerd voor reële kosten en gederfde inkomsten. Daarover is de VNG verder met het Rijk in gesprek.
De inzichten zijn nog vrijwel dagelijks aan verandering onderhevig. Hoe langer de landelijke maatregelen aanhouden hoe groter de (financiële) impact.
Wij zullen u daarom via de auditcommissie, de commissie Middelen en zo nodig, via een raadsinformatiebrief over de belangrijke ontwikkelingen informeren. Op uw verzoek gaan we nog na of en zo ja hoe we u in de aanloop naar de behandeling van de Meerjarenbegroting 2021-2024 inzicht kunnen verstrekken in de tussentijdse ontwikkelingen van de budgetten.