Scenario's per programma

6. Sociaal domein

Belangrijkste beleidsmatige ontwikkelingen

  • Naar aanleiding van de coronamaatregelen kunnen inwoners vereenzamen. Vooral bij kwetsbare groepen ouderen en jongeren is de kans groter. Ook kan de verwachte financiële crisis bij inwoners voor extra spanning/stress gaan zorgen. Hierdoor ontstaat er mogelijk meer vraag naar psychologische (jeugd)hulp. Dit komt deels door het wegvallen van persoonlijk contact en de beperkte bezoekmogelijkheden. De druk op mantelzorgers en opvoeders neemt toe en vermindert mogelijk de draagkracht. Er kan niet altijd worden verwezen naar preventieve en voorliggende voorzieningen. Deze zijn niet of gedeeltelijk geopend;
  • Het knooppunt Mantelzorg Zevenaar is actief in de ondersteuning van mantelzorgers. De netwerkorganisatie Samen Zevenaar signaleert actief eenzaamheid. Het belcontact in plaats van huisbezoeken zoals onder andere Caleidoz dat nu vormgeeft blijft voorlopig in stand;
  • Zorg- en welzijnsinstellingen hebben aandacht voor de mantelzorgers van cliënten/kwetsbare inwoners.Caleidoz heeft haar werkzaamheden aangepast aan de coronamaatregelen. Naar verwachting worden de prestatieafspraken dit jaar niet gerealiseerd. Met Caleidoz worden hierover afspraken gemaakt;
  • Wij hebben een aanpak kwetsbare kinderen opgesteld. Daarin is met een aantal partijen afgesproken hoe we omgaan met signalen over kwetsbare kinderen en gezinnen tijdens corona;
  • Er vinden door de coronacrisis geen huisbezoeken plaats. De gesprekken met inwoners worden telefonisch en/of door beeldbellen afgehandeld. Indien we de vraag niet goed kunnen inschatten en er wel zorg nodig is dan geven wij een indicatie met een kortere (2-3 maanden) looptijd af.  De inwoner krijgt in dat geval de zorg of voorziening die hij/zij nodig heeft, maar de looptijd van de indicatie is korter. Dit betekent dat er eerder een evaluatiegesprek moet plaatsvinden om te beoordelen of de zorg of voorziening nog passend is en of er een herindicatie nodig is. Dit kan ook leiden tot een nieuwe hulpvraag. Er is een protocol opgesteld om zodra dit kan volgens de RIVM richtlijnen de huisbezoeken te herstarten. De veiligheid van onze inwoners en medewerkers staat hierbij voorop;
  • Het aantal crisissituaties is in vergelijking met de periode voor corona redelijk stabiel. Wel zien we dat de crisissituaties die zich nu voordoen complexer zijn. Bij dreigende escalatie of crisissituatie kan een huisbezoek wel noodzakelijk zijn. Dit bezoekt vindt dan wel plaats;
  • Met zorgaanbieders zijn op aangeven van het ministerie van VWS en VNG afspraken gemaakt over financiële steun voor zorgaanbieders om de continuïteit van de zorg voor onze inwoners te garanderen. Hierbij vragen we de aanbieders eerst te kijken naar alternatieve vormen van zorg binnen de bestaande indicaties. Aanbieders kunnen in het uiterste geval op aanvraag in aanmerking komen voor doorbetaling van ook niet geleverde zorg gebaseerd op een maximum van de maandomzet 2019 + indexatie van 3,18%. Dit ter voorkoming van liquiditeitsproblemen en het garanderen van zorgcontinuïteit. Hiervoor treft het rijk in overleg met de VNG een compensatieregeling;
  • Vraagafhankelijk vervoer is sterk verminderd omdat kwetsbare inwoners thuis moeten blijven. Alleen voor kinderen van ouders met een vitaal beroep en/of bij dreigende onveilige situaties thuis zetten wij vervoer in. Inwoners die behoren tot de kwetsbare doelgroep maken geen gebruik meer van collectief vervoer. Deze doelgroep doet vaak een beroep op het eigen netwerk en indien nodig wordt solovervoer ingezet. Bij gelijkblijvende vervoersbehoefte van inwoners zijn meer voertuigen en meer vervoersbewegingen nodig. AVAN stelt hier in samenwerking met de gemeenten een plan voor op. Wij hebben met AVAN afgesproken 80% van de verwachte reguliere omzet te betalen;
  • Door de coronacrisis heeft de RSD de focus gericht op de uitvoering van de Tozo en het behandelen van het toenemend aantal ingediende aanvragen om een P-wetuitkering. Het Werkdeel (re-integratie, werkfit maken) is nagenoeg stil komen te liggen, mede door de beperkende maatregelen op het gebied van klantcontacten. We verwachten dat de afgesproken prestaties dit jaar niet zullen worden gerealiseerd door de RSD. De RSD ontwikkelt acties gericht op arbeidsparticipatie, re-integratie en activering, maar ook scenario’s voor de middellange en lange termijn waarbij zij de corona-effecten meenemen. Dit resulteert in een nieuwe opdracht voor de RSD;
  • Wij bevoorschotten de reguliere subsidies aan verenigingen voor 2020 volledig. Wij wijzen hen actief op landelijke en provinciale regelingen. Wij bieden op aanvraag de mogelijkheid tot uitstel van betaling gemeentelijke heffingen en stellen een tijdelijke noodsubsidieregeling in voor compensatie. Als aanvullende (financiële) ondersteuning van verenigingen nodig is, leveren wij maatwerk.  De harmonisering van het subsidiebeleid kan mogelijk vertragen. Hier ligt een relatie met het huurprijsbeleid.

Risico’s

  • De verwachte negatieve ontwikkeling van de economie en daarmee de mogelijke stijging van bijvoorbeeld werkloosheid is van invloed op het sociaal domein. De mogelijkheid bestaat dat de omvang van de doelgroep Arbeidsparticipatie (werkzoekenden) dan toeneemt. De kans is aanwezig dat een deel van deze doelgroep niet direct of niet meer een baan krijgt;
  • Bij werkloosheid of economische terugval wordt mogelijk een beroep op gemeentelijke voorzieningen zoals schuldhulpverlening, minimaregelingen en/of zorg gedaan;
  • Er kan door uitgestelde hulpvragen of inzetten van alternatieve zorgvormen in verband met corona een inhaaleffect ontstaan. Het risico bestaat dat door het uitstel de hulpvraag verzwaart en wij ook zwaardere maatwerkvoorzieningen moeten inzetten;
  • Naar verwachting zullen meer mensen door de crisis van een sociaal minimum rond moeten komen, doordat hun inkomsten sterk zijn gedaald (bijvoorbeeld doordat ze in de WW of bijstand terecht komen). Wij verwachten een toenemend beroep op de gemeentelijke minimaregelingen en de schuldhulpverlening. We verwachten hierbij dat een deel van de mensen die hier een beroep op doet bestaat uit een nieuwe groep mensen, zoals ondernemers en zzp’ers. Dit vraagt specifieke kennis die binnen de gemeentelijke schuldhulpverlening niet direct voor handen is;
  • Per 1 juli 2021 verandert de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Deze wetswijziging regelt dat gemeenten meer inzetten op preventieve schuldhulpverlening van schuldeisers en actief hulp aanbieden. We verwachten in verband met het na-ijleffect van corona dat in 2021 bij de inwerkingtreding van deze wet een grote instroom ontstaat;
  • De coronacrisis kan gevolgen hebben voor (de kwaliteit van) het voorzieningenniveau in onze gemeente (verenigingen, buurt- en dorpshuizen, kinderopvang). Als voorliggende voorzieningen/activiteiten niet voortgezet kunnen worden, kan dit op de middellange termijn een stijging veroorzaken van het aantal maatwerkvoorzieningen (hulpmiddelen, Wmo en Jeugd) dat we afgeven. Als hier sprake van is dan betekent dit waarschijnlijk dat de totaaluitgaven voor de maatwerkvoorzieningen  harder stijgt dan is meegenomen in de autonome ontwikkelingen;
  • De vele beleidsontwikkelingen binnen het sociaal domein (nieuwe inkoop per 1 juli 2020, nieuwe wetgeving schuldhulpverlening en inburgering, bezuinigingsopgave Jeugd en Wmo en veranderingen om de doelstellingen uit het Beleidsplan Jeugdwet, Wmo en Participatiewet te realiseren) én de effecten van corona (zoals een verwachte toename van ondersteunings- en zorgvragen) brengen veel werkzaamheden met zich mee. Dit kan leiden tot een verhoogde werkdruk. Met als gevolg dat er wachtlijsten ontstaan of extra capaciteit nodig is om dit te voorkomen;
  • In de begroting van 2020 hebben we met een procentuele volumestijging en prijsstijgingrekening gehouden bij de prognoses in de zorgkosten voor Wmo en Jeugdwet. In de autonome ontwikkelingen is rekening gehouden met deze prijsstijgingen. De coronacrisis heeft mogelijk een vertragend effect op de impact en de implementatiesnelheid van de maatregelen en beleidswijzigingen die volgen uit het Beleidsplan Jeugdwet, Wmo en Participatiewet 2020-2023. De maatregelen richten zich mede op het beïnvloeden van de volumestijging. Dit leidt mogelijk tot het niet kunnen realiseren van de bezuinigingsopgave voor 2020 voor Wmo en Jeugd;
  • Voor de inkomensregelingen geldt dat het maximaal tekort op basis van het nader voorlopig BUIG-budget 2020 € 1.068.807 bedraagt. Mocht dit budget door de Coronacrisis in positieve zin worden bijgesteld dan zou – op basis van de huidige condities – dit tot gevolg hebben dat het eigen risico van de gemeente Zevenaar (10%) toeneemt;
  • Noodzakelijke keuzes ten aanzien van collectief aanvullend vervoer kunnen kostenverhogend werken. Als veel vervoersvragen op middel lange termijn gecompenseerd moeten worden door het afgeven van een solo vervoersindicatie, dan werkt dit kostenstijgend.

Kans

  • Er zijn veel innovatie initiatieven ontstaan in de samenleving (particulieren, ondernemers, instanties, Een deel hiervan kan structureel tot nieuwe samenwerking en werkwijze leiden en een positieve impuls geven aan de samenleving;
  • De provincie ondersteunt met subsidie maatschappelijke initiatieven die tijdens de coronacrisis de onderlinge verbondenheid bevorderen. Wij helpen inwoners deze subsidie aan te vragen;
  • De nieuwe opdracht van de RSD kan voor een nieuwe werkwijze (innovatie) zorgen en daarmee besparingen;
  • Mogelijk dat er op lange termijn een financiële besparing mogelijk is bij zorgaanbieders omdat innovatie sneller gaat. Het gebruik van digitale toepassingen en zorgvormen op afstand zullen deels blijvende zorgvormen zijn. We gaan hierover met de zorgaanbieders in gesprek;
  • Tijdens de coronatijd hebben we ervaring opgedaan met een andere werkwijze in de toegang (bijvoorbeeld intake en beoordelen van aanvragen via telefoon en videobellen). We beoordelen of deze werkwijze structureel kan worden toegepast bij bepaalde type zorgaanvragen die zich hiervoor lenen. Hiermee kunnen doorlooptijden van aanvragen bijvoorbeeld worden verkort en daarmee eerder worden geholpen.

Financieel

Tv

Omschrijving taakveld

2020

2021

2022

2023

2024

6.1

Samenkracht en burgerparticipatie

0

0

0

0

0

6.2

Wijkteams

75.000

170.000

120.000

60.000

0

6.3

Inkomensregelingen

573.000

810.000

710.000

355.000

0

6.6

Maatwerkvoorzieningen (WMO)

30.000

70.000

50.000

25.000

0

6.71

Maatwerkdienstverlening 18+

340.000

770.000

580.000

290.000

0

6.72

Maatwerkdienstverlening 18-

390.000

900.000

650.000

325.000

0

6.82

Geëscaleerde zorg 18-

430.000

1.000.000

710.000

355.000

0

Belangrijkste financiële effecten
Samenkracht en burgerparticipatie

  • We vertragen de harmonisering van het subsidiebeleid, waardoor tijdelijk aanvullende middelen nodig zijn om verenigingen gelijkwaardig te kunnen subsidiëren. Dit geldt ook voor maatwerk bij acute financiële problemen van verenigingen, buurt- en clubhuizen.

Wijkteams

  • Afhankelijk van de duur van de periode dat we geen huisbezoeken afleggen, geven we meer kortdurende indicaties af. We moeten dan namelijk meer evaluatiegesprekken voeren, mogelijk meer herindicaties afgegeven en meer administratieve handelingen uitvoeren.

Inkomensregelingen

  • Door een toename van het gebruik van minimaregelingen nemen de kosten toe (uitgaande van bestaand beleid). Heroverweging van het lokale minimabeleid is mogelijk een optie. Door de verwachte toename van het aantal aanvragen schuldhulpverlening  neemt ook het aantal aanvragen voor bewindvoering toe. De kosten voor bewindvoering worden vergoed vanuit de bijzondere bijstand (minimabeleid). Als inschatting voor stijging van de kosten van het minimabeleid gebruiken we de stijging van de bijstandsuitkeringen n.a.v. de kredietcrisis. Dit is een stijging van ongeveer 10% voor 2020. We hebben gerekend met de totaal verwachte uitgaven minimabeleid 2020 bekend na het eerste kwartaal (€ 260.000), en start van de stijging vanaf de tweede helft 2020 met € 130.000. De verwachting is dat het effect op het minimabeleid met € 260.000 door loopt in 2021 en 2022. Dit bestaat voornamelijk uit een behoefte aan meer capaciteit en kennis  voor uitvoering en beleidsaanpassingen;
  • RSD voert de Tozo uit. Zevenaar heeft 4.1 miljoen euro aan voorschotten van het Rijk ontvangen. De verwachting is dat de toename van het aantal mensen dat werkloos wordt een extra financieel gevolg heeft in 2020 van € 443.000 (= Coronaeffect). De verwachting is dat 2021 nog meer uitkeringen verstrekt moeten worden (€ 550.000). Dit na-ijleffect treedt op doordat eerst een beroep gedaan kan op een WW-uitkering.

WMO & Jeugd

  • Het te verwachten inhaaleffect op zorgvragen levert een financieel effect op in de komende periode. Dit is afhankelijk van het aantal indicaties voor maatwerkvoorzieningen die de komende tijd worden afgegeven. Een tijdelijke afname in de beginperiode wordt waarschijnlijk gecompenseerd door een toename op middellange/lange termijn. Indien het aantal maatwerkindicaties stijgt betekent dit dat de totale uitgaven binnen dit taakveld harder zullen stijgen dan is meegenomen in de autonome ontwikkelingen;
  • De mogelijke toename van problemen onder de jongeren en hun ouders voor en tijdens de zomer betekent een mogelijke stijging in de af te geven indicaties maatwerkdienstverlening 18-. Het kan ook zo zijn dat deze problematiek pas zichtbaar wordt in 2021 als de situatie weer wat genormaliseerd is en de toegang tot jeugdhulp weer ‘normaal’ is;
  • Het kabinet heeft besloten dat Wmo-cliënten in de maanden april en mei 2020 geen eigen bijdrage hoeven te betalen in verband met corona. Zij ontvangen over die maanden dus geen factuur. Inwoners zijn door het CAK op de hoogte gesteld. Hoe gemeenten gecompenseerd worden voor deze inkomstenvermindering is nog onbekend.
ga terug
Deze pagina is gebouwd op 06/15/2020 09:03:47 met de export van 06/15/2020 09:01:47